Vooroordelen tegen windenergie

Soms denken mensen dat windmolens weinig stroom opwekken. Een gemiddelde windturbine van 5MWh wekt in Nederland stroom op voor 1.500 huishoudens (3000KWh per huishouden). Een grotere moderne turbine levert zelfs het dubbele op. De grootste turbines in Nederland produceren de energie voor maar liefst 6.500 huishoudens. Daarvoor heb je 90 voetbalvelden vol met zonnepanelen nodig. Moderne windturbines zijn dus echte ‘krachtpatsers’.

Het is het omgekeerd: windmolens staan weleens stil, maar draaien bijna dag en nacht. Je kan dit ook controleren in de Windcentrale app (gratis te downdloaden). Zelden is het helemaal windstil. En ja ook een windmolen vraagt onderhoud of heeft af en toe een storing. Gelukkig is dit maar voor een korte periode. Als het waait en een molen staat stil, is er vaak onderhoud nodig en staat er een busje bij de molen van de monteur. De volgende dag draait de molen weer!

Een gemiddelde windturbine produceert binnen 6 maanden de stroom op die nodig is voor het maken van de molen zelf. Daarna produceert een windturbine nog minimaal 20 jaar schone stroom. Daarmee kunnen 40 windturbines gemaakt worden.

Windenergie is verreweg de goedkoopste stroom. De kostprijs van windenergie is globaal 50% van de kosten van zonnenergie. Windenergie is goedkoper dan kernenergie bovendien dalen de kosten van windenergie nog steeds. De kostprijs van energie opgewekt met behulp van fossiele stroomopwekking is 5 keer duurder (de CO2 belasting nog niet meegerekend).

Windmolens zijn de voordeligste duurzame stroom opwekkers. Tot voor de oorlog in Oekraine werd de stroomprijs bepaald door kolen- en gascentrales. Die blazen vrijwel gratis CO2 de lucht in en is er subsidie nodig om rendabel te draaien. Dit verandert als Europa de uitstoot van CO2 belast, volgens het principe ‘’de vervuiler betaalt’’. Een ander knelpunt is dat kolen-centrales door een groot kolen overschot goedkoop kolen kunnen kopen. Door de groei van duurzame energie, zakt de vraag naar kolen en daarmee de prijs, kolencentrales zullen daardoor tegen een hele lage prijs stroom produceren. Belasten we fossiele centrales voor de CO2 uitstoot, dan stijgt de kostprijs en dus hun stroomprijs en wordt windenergie nog voordeliger. De subsidie op wind is dan niet nodig. Voor wind op zee geldt dat nu al dankzij de schaalvergroting.

De normale variatie op het elektriciteitsnet is veel groter dan de fluctuaties die door windmolens ontstaan. Het hele net is ingericht om o.a. uitval van (grote) elektriciteitscentrales op te vangen met het oog op de zg leveringszekerheid. Uit een proefschrift van dr. ir. B. Ummels PhD in samenwerking met TenneT, de landelijke netbeheerder, blijkt dat er straks voldoende windmolens staan in Europa om het elektriciteitsnet altijd te voorzien van voldoende stroom. De toekomstige uitbreidingen van wind (mn op zee) zullen zelfs leiden tot een stroomoverschot in de nachten wanneer het stroomverbruik laag is. Opslag in batterijen (Tesla Powerwall, xStorage) thuis of in autoaccu's, andere opslag (Nuon Ammoniak) en de productie van waterstof zullen dat probleem gaan oplossen.

Windmolens maken geluid. Dat geluid ontstaat door bewegende onderdelen in de windturbine en door het geluid van de rotorbladen die door de wind snijden. Dankzij diverse innovaties maken de moderne turbines al veel minder geluid dan de oudere turbines, bijv. door spoilers of zg. uilenveren op de wieken. Om steeds aan de geluidnormen te voldoen, gaat een windturbine bij overschrijding van de geluidnorm automatisch langzamer draaien of stilstaan. Hetzelfde geldt voor slagschaduw. Moderne windmolens worden automatisch stilgezet op momenten dat er slagschaduw kan optreden. Overlast wordt zo voorkomen.

Windmolens veroorzaken vogelslachtoffers. Uit Canadees onderzoek blijkt dat windmolens verantwoordelijk zijn voor 0,7% van het aantal dode vogels. Ter vergelijk: vogelslachtoffers door katten ca 70% van alle gedode vogels, hoogspanningsmasten en gebouwen (17%) en het verkeer (5%). Verdere afname van vogelslachtoffers door windmolens blijft nodig en is mogelijk. Dankzij onderzoek naar vogeltrek en -gedrag, is het aantal vogelslachtoffers verder terug te brengen, door stilzetten van molens of maatregelen aan de turbine zelf.

Over smaak valt niet te twisten en het is een feit dat grote aantallen windmolens aanzienlijk landschapseffecten opleveren. Die effecten zijn te beperken door meer lijnopstellingen langs bijv. infrastructuur en in polders, in plaats van solitiare windmolens. Helaas is het niet mogelijk windmolenparken te beperken door ze grootschalig te maken en maar op een paar locaties toe te laten. Daarvoor is de besluitvorming over en de weerstand tegen windenergie in Nederland te versnipperd. Ook is de verwachting, dat naarmate meer mensen een (financiële) stem krijgen in de ontwikkeling van windparken, de acceptatie toeneemt. Dit geldt ook ivm de noodzaak tot afbouw van de fossiele energieopwekking ivm met de klimaatproblemen, die ingrijpende keuzes vragen.